woensdag 11 april 2012

Eern waterpomp voor Ngangi

De regio Kibaale is een arme en droge regio van Oeganda. Jackson, de projectleider van Matendo, is opgegroeid in deze regio, hij woonde in de buurt van het dorp Ngangi. Na een jarenlang verblijf in de UK is hij teruggekeerd om de problemen in dit gebied onder de aandacht te brengen. En om aan oplossingen te werken, natuurlijk.

Om te beginnen zijn er in Oeganda slechts een paar doorgaande geasfalteerde wegen en de gaan niet naar Kibaale, waardoor de regio snel aan het oog wordt onttrokken. De mensen zijn  arm omdat ze weinig tot geen onderwijs hebben genoten, maar vanwege de armoede genieten ze ook geen onderwijs. Het bekende kip- of het ei-verhaal met grote gevolgen voor de huidige levensomstandigheden maar ook voor de toekomst.

De klimaatverandering, hoe groot of klein deze verandering ook mag zijn, treft de arme regio hard. Opeens is er regen in december (?) waar niemand op heeft gerekend. De grond is nog niet bewerkt is en dus niet regen-klaar. Iedereen meteen hard aan de slag met schoffel en vooral blote handen, maar dan komen de eerste volgende druppels pas weer eind maart? Om gek van te worden, maar vooral wanhopig want als de oogsten mislukken staat er honger op het menu. Ook het (drink)water begint op te raken doordat meneertje regen op zich laat wachten. De modderige poeltjes waar de mensen met hun welbekende jerrycans samenkomen om hun dagelijkse portie water op te halen, staan bijna droog.

In overleg met Jackson hebben we, als Matendo Nederland, besloten om een waterpomp in Ngangi te ondersteunen zodat de mensen in dit dorp altijd water in eigen dorp hebben. De waterpomp is een zogenaamde ´shallow well´, een ondiepe bron die met de hand gegraven kan worden. Als we locatie van de waterpomp bezoeken, hebben de bewoners van het dorp al een put gegraven om te onderzoeken of op die plek ook in droogseizoen grondwater te vinden is en dat is er! Het is helemaal fantastisch als blijkt dat de bewoners van Ngangi ook al een watercomité hebben opgericht om de toekomstige pomp te onderhouden en een maandelijkse bijdrage van de dorpbewoners te innen. Alleen het geld voor de waterpomp ontbreekt nog.

Bij terugkeer in Nederland melden we ons projectplan, met alles erop en eraan bij de 1% club, een marktplaats voor ontwikkelingsprojecten en wat er dan gebeurt? Binnen vier weken hebben we het geld voor de waterpomp bij elkaar....niet te geloven! Zoveel steun van iedereen en alles gekregen. GEWELDIG en nog veel meer dan dat! Een sterk staaltje internationale samenwerking 2.0.

Ngangi krijgt een eigen waterpomp, waardoor de bewoners en vele anderen altijd water hebben in eigen dorp! Een klein stapje voorwaarts is gezet...


woensdag 28 maart 2012

Contrast

Het kernwoord van mijn reis naar Uganda is contrast. Soms zijn de vele grote verschillen tussen mijn dagelijkse leefomstandigheden en die van mijn vrienden in Uganda te begrijpen, meestal niet.
on the road, Mubende
Als je uit een strak georganiseerd Europees land komt is het verkeer in Uganda echt ´een ramp´. Zoveel auto’s op slechts enkele wegen waarvan er nog minder geasfalteerd zijn. Ook op zondag, de rustigste dag van de week, is Kampala doorkruizen geen pretje. Na bijna drie uur vast te hebben gestaan in een ongeorganiseerde mierenhoop, in de zinderende zon, is het echt een kunst op rustig te blijven.

Ook het stof van Uganda roept het woord contrast op. Totaal verregend ben ik eind januari de trein naar Schiphol ingestapt, om uit te stappen in een land waar zelfs de acacia’s dorst hebben. Het heeft al maanden niet geregend en alles, maar dan ook alles zit onder het rood bruine stof. Het zit overal: in je haren, je neus, je longen maar ook de bilspleet is niet stofvrij. En dan de gevolgen voor de watervoorziening door deze aanhoudende droogte: nog meer waterbronnen staan droog waardoor vrouwen en kinderen nog langer moeten lopen om hun jerrycan te vullen. 
op platteland bij Fort Portal
In Uganda is het contrast ook groot. Rijk en arm, stad en platteland. We hadden kunnen zwemmen in een privézwembad tijdens een lunch bij een hoge ambtenaar. Maar denkend aan de slechte watervoorziening van vele Ugandezen, had ik spontaan geen zin meer in een frisse duik.
Op het platteland zijn de wegen voornamelijk zandwegen. Wat is er mis met zandwegen zul je denken, maar als ze lijken op een vulkaanlandschap met kraters, kom je daar vele blauwe plekken later, op terug.
regio Kibaale
Steden als Kampala en Mukono en haar buitenwijken hebben opvallend veel bewoners. Waar ik ook loop zijn altijd en overal mensen. Jong, oud of ergens in het midden liggen, staan of hangen ergens. Maar tijdens een ritje op een boda-boda in de regio Kibaale, kom je soms alleen koeien tegen. Als laatste: de armoede. Ze is ´killing´, letterlijk en figuurlijk. Te veel mensen hebben helemaal niets. Voor HIV/AIDS geldt het tegenovergestelde: te veel mensen hebben het juist wel. En de wereld kijkt toe.

Zoals ik al zei: sommige contrasten zijn te begrijpen, maar de meeste helemaal niet.



woensdag 7 maart 2012

De digitale snelweg

We, Jacky en ik, verblijven tijdens onze reis ook een paar nachten in het Rwenzori view Guesthouse in Fort Portal, vlakbij de grens van Congo. Een middelclass guesthouse met gezellige kamers en eigen badkamer. Na een weekje zonder water en elektriciteit, echt een paradijs! De eerste douche was zo heerlijk dat we als twee kleine meisjes, op leeftijd, stonden te dansen en te giechelen.

Het guesthouse biedt de bewoners ’s avonds een gezamenlijk diner aan. Een overheerlijke maaltijd met Ugandese en Europese gerechten. Het diner wordt genuttigd aan een grote tafel en zonder dat iemand er moeite voor hoeft te doen ontstaan er spontane en geanimeerder gesprekken. Van praktische vraagstukken: hoe ga jij morgen naar het vliegveld? Tot gesprekken over doelen en redenen van het verblijf in Uganda.

Tijdens deze maaltijden vertellen we enthousiast en uitgebreid over Matendo, het trainingscentrum en het waterproject in Ngangi. De meeste mensen staan sympathiek tegenover onze plannen en we delen voorzichtig kaartjes en flyers uit. De volgende dag vertelt een Canadese dame dat ze de website heeft bekeken en heeft doorgestuurd naar al haar vrienden en bekenden. Een Duits stel dat op doorreis is geeft aan Matendo ook onder de aandacht te brengen. Daarnaast weten we dat onze activiteiten via Facebook en Twitter bekend zijn bij mensen in Denemarken en België. Om vrienden en andersoortige contacten in Australië, Nieuw/Zeeland, Ethiopië en Zuid Afrika niet te vergeten.

Via de vele wegen van de digitale snelweg worden mensen van de verschillende continenten bij elkaar gebracht en wordt wederzijds interesse en begrip voor de verschillende levensomstandigheden vergroot. Het gedachtegoed van  Matendo ´reist´ de wereld over en dat is nou juist wat we willen!



zaterdag 25 februari 2012

De kinderen van Kwato

In Uganda is HIV/AIDS een groot probleem. Deze vreselijke sluipmoordenaar slaat in het gehele land als een bezetene om zich heen. Niemand praat er graag over, maar iedere familie heeft broers, zussen, ooms of tantes aan deze ziekte verloren. In sommige streken zijn volledige generaties verdwenen.

In het dorpje Kwato ontmoet ik drie kinderen, Robbert (3), Mark (5) en Stephanie (8). Hun vader staat er alleen voor. Zijn eerste vrouw is overleden aan de gevolgen van AIDS, zijn tweede vrouw is er van door gegaan maar heeft haar kinderen bij hem achtergelaten (?!). Daarnaast heeft hij nog de zorg voor een nichtje van bijna 10 jaar en haar bijna volwassen broer. Hun moeder is ook overleden aan AIDS.

Deze samengestelde familie woont in een lemen huis of eigenlijk vier muren met een dak erop, aan een ongeasfalteerde weg. In het droge seizoen betekent dit veel, veel stof in en rond het huis. Ze halen water uit een poeltje en gebruiken kaarsen als de zon ondergaat. De man heeft geen werk, inkomen, geld of eten. Is liefde geven nog mogelijk in ze barre omstandigheden, vraag ik me zachtjes af.

Ik krijg de tranen in mijn ogen als ik die vrolijk zwarte koppies zie en me realiseer in wat voor omstandigheden deze kinderen volwassenen worden. Als ze de volwassen leeftijd halen. Hun leven is zwaar en zal zwaar blijven of er moet een wonder gebeuren. Ze  gaan niet naar school ondanks dat er voor het volgen van basisonderwijs in Uganda geen schoolgeld hoeft te worden betaald. Maar geld voor het verplichte schooluniform of andere bijkomstigheden is er niet, dus school zit er niet in.

Als ik ´s avonds een sms naar Nederland stuur, krijg ik wederom de tranen in mijn ogen maar nu van geluk als ik bedenk hoe goed die twee blonde meiden van mij het hebben. Ik slaap verdrietig in met de kinderen van Kwato in mijn hoofd.


maandag 20 februari 2012

African time

Na een paar dagen in Uganda, heb ik alweer ruime ervaring met het beruchte ´African time´ opgedaan. In goed Nederlands betekent dat zonder berichtgeving, te laat op een afspraak komen. Véééél te laat, kan ook. De laatste optie is ´niet komen´, maar dat komt gelukkig zelden voor. Soms vraag ik me tijdens het wachten af of ik wel een afspraak met iemand hebt gemaakt als hij of zij dan toch uren later langs komt. Als je elkaar dan ontmoet kan het plan ook nog worden gewijzigd, dat kan eigenlijk altijd en overal.

Na langere tijd in Zimbabwe te hebben gewoond en meerdere reizen door dit fascinerende continent te hebben gemaakt  is het eigenlijk vreemd dat ik nog steeds niet aan ´African-time´ gewend ben, maar toch is het zo. Na een half uurtje wachten begin ik al onrustig te worden en na een uur sta ik op het punt van ontploffen, meestal is dat het moment dat de andere partij even van zich later horen. En dat had hij natuurlijk veel eerder kunnen doen want (bijna) iedere Ugandees heeft een mobiele telefoon of twee. Soms is air-time (telefoonkaart) een probleem, maar dan is de algemene afspraak dat je de telefoon twee keer over laat gaan om de ander te vragen even terug te bellen. Dus….

Onder het mom van haastige spoed is zelden goed, heb ik menig blog geschreven.

woensdag 15 februari 2012

Water in Katooke

Tijdens onze reis verblijven we, Jacky en ik, een paar dagen in Katooke, een (arme) buitenwijk van Kampala. Achter het huis van onze vriend en projectleider van Matendo, Jackson, is een waterbron waar iedereen gebruik van maakt. En met iedereen bedoel ik ook echt iedereen, van heinde en verre komen mensen naar deze bron voor hun dagelijkse portie water.

Tussen de bananenplanten door, loop ik via een slingerend zandpaadje, bergafwaarts naar de waterbron. Bij aankomst, natuurlijk geëscorteerd door een handvol nieuwsgierige kinderen, vallen de vele, vele jerrycans meteen op. De meeste zijn geel, maar er zitten ook enkele witte en een groene tussen. Ze staan in een rij net zo rustig te wachten als hun eigenaren. Iedere jerrycan heeft een teken of merkje zodat iedereen weet wie de eigenaar is. Vrouwen en kinderen zijn er ook in overvloed. Hier en daar een jongen, geen mannen te bekennen.

Er komt een klein straaltje water uit de loden pijp die beschermd is door betonnen muurtjes. Een oudere vrouw zit rustig te wachten tot haar jerrycan vol is. Ze begint te lachen als ik vraag of ik misschien een foto van haar mag maken, maar knikt toch instemmend. Ook de daarop volgende foto’s van de mensen, maar vooral ook van de jerrycans, veroorzaken grote vreugde onder het wachtende publiek.

Het lijkt allemaal geen probleem en ik weet ook dat er in andere regio´s van Uganda helemaal geen drinkwatervoorzieningen zijn, maar als ik me realiseer dat er elke dag een gigantische rij wachtenden voor deze ene waterbron staat, word ik toch niet blij. En het water lijkt wel schoon, maar is dat het ook? Bij navraag wordt duidelijk dat het water gekookt moet worden voordat het gedronken kan worden. Water koken klinkt simpel in onze witte oren, maar als je daar hout of kolen voor nodig hebt, heeft dat toch ook weer behoorlijk wat voeten in de aarde…letterlijk en figuurlijk.

Sommige vrouwen hebben van water halen hun beroep gemaakt. Ze laten zich inhuren als ‘watervrouw’ wat betekent dat ze lege jerrycans tegen een ‘reasonable price’ gevuld bij de eigenaren terug brengen. Je zult maar achter zo’n dame in de rij staan…

De loeizware volle jerrycans worden in de hand, op het hoofd, per fiets, maar ook per kruiwagen meegenomen naar de plaats van bestemming. Een lastige klus omdat het water zich dus op een natuurlijk laag punt bevindt waardoor het ook weer omhoog gebracht moet worden voordat het op de plaats van bestemming is. Twee jongens met een kruiwagen waarin twee jerrycans van 20 liter liggen, hebben een zware klus te klaren. De ene duwt, de andere trekt met een touw. Om de 10 meter moeten ze stoppen om op adem te komen. Het zweet stroomt in straaltjes langs hun gezicht.





zaterdag 11 februari 2012

Boda-boda




Boda-boda.
De boda-boda is een populair vervoersmiddel in Uganda. Iedereen en alles maakt gebruikt van deze brommerboys omdat ze goedkoop en snel zijn. Vooral dat laatste vergroot hun populariteit enorm. Het verkeer in Uganda is namelijk een chaos waarin urenlange files aan de orde van de dag zijn. De boda-bodaboys hebben hier geen boodschap aan en rijden lachend tussen de wachtende auto’s door, ook als er geen ruimte is.
 

Op de tweede dag van mijn verblijf in Katooke, een buitenwijk van Kampala, moet ik eraan geloven. In verband met een zoekgeraakte koffer moeten we, Jacky en ik, naar Kampala-city en daar kom je het snelst met een boda-boda. In eerste instantie heb ik behoorlijke twijfels over de brommerboys. Ze rijden, gezien door mijn witte ogen, als ‘gekken’. Maar mijn grootste zorg is het verkeer in Kampala. Het verkeer is namelijk: MAD! en daar moeten we doorheen.

Een beetje onzeker stap ik achterop, rekening houdend met de knalpot want daar heb ik me in het verleden lelijk aan gebrand. De eerste 10 minuten rijden we heel relaxed over zandweggetjes met gigantische gaten en geniet ik van de frisse bries door mijn haren. Het lijkt alsof mijn chauffeur weet dat het mijn vuurdoop is. Na verloop van tijd neemt hij echter zijn oude rijstijl weer aan. Hij gaat steeds sneller rijden waardoor ik het gevoel heb alsof ik deelneem aan Parijs-Dakar, een autorally waarbij ieder jaar doden vallen. Tijdens de wilde rit word ik vriendelijk nageroepen door de locale bevolking alsof ik een bekende Nederlander ben.

Als we Kampala-road, de levensader van de hoofdstad, naderen wordt het erg druk op de weg. Personenauto’s, vrachtauto’s, matatu’s (gedeelde taxibusjes) en nog veel meer boda-boda’s proberen allemaal op hetzelfde moment en langs de zelfde weg, de stad binnen te komen. Lange files en veel getoeter tot gevolg. Mijn chauffeur lijkt in zijn element; hij manoeuvreert zijn brommer behendig door de kleinste gaatjes en er verschijnt een lichte glimlach rond zijn mond als ik mijn benen steeds vaster tegen de brommer klem omdat ik als de dood ben om andere weggebruikers te raken of geraakt te worden.

Na een paar angstige momenten maar zonder kleerscheuren kom ik veilig op de plaats van bestemming aan. Dit was mijn eerste boda-boda ritje, maar ik weet dat er nog vele zullen volgen.

donderdag 9 februari 2012

De wegen van Kampala



Het verkeer van Kampala.

Het eerste wat me opvalt of beter gezegd ‘overvalt’ in Kampala, de hoofdstad van Uganda, is de enorme verkeersdrukte. Voordat je het weet zit je er middenin en kun je het alleen nog maar verwonderend ondergaan. Personenauto’s, vrachtauto’s, matatu’s (gedeelde taxibusjes) en boda-boda’s (brommers) rijden als gekke Henkies door elkaar heen. Het is een mierenhoop maar dan zonder regels, alleen het recht van de sterkste geldt. Dit recht hangt voornamelijk af van de grootte van het voertuig, het kenteken (auto’s van de overheid dwingen respect af) en de snelheid waarmee het voertuig op kan trekken als ergens een ‘gaatje’ in de talloze files dreigt te ontstaan. Vooral dit laatste is in het voordeel van de brommer-boys die met gevaar voor eigen leven en die van hun klant, hun brommers overal voor en tussen duwen.

Al deze voertuigen bewegen zich voornamelijk in Kampala waar de hoofdwegen zoals Kampala-road, de levensader van de stad, geasfalteerd zijn. Vele andere wegen zijn beter te omschrijven als zandweggetjes met enorme gaten en deuken. Langs deze wegen is het ook nog eens een drukte van belang. Overal zijn winkeltjes en huizen gemaakt van golfplaten of takken met banenbladen op het dak. De handel in groente, fruit zoals mango’s, matooke (groene banaan) en avocado’s maar ook handgemaakte bedden en autobanden staat centraal langs de weg. Overal zijn eigenaren aan het wachten op de eerste of  volgende klant. Dit wachten gebeurt zittend, hangend en in vele gevallen liggend op de grond. Zodra een vage schim van een potentiële klant zich aandient, komen de eigenaren in actie. Sommige reageren pro-actief, anderen nemen bij voorkeur een passieve houding aan en moeten worden wakker gemaakt indien de schim een levensechte klant blijkt te zijn.

Al deze drukte vindt ook nog eens plaats in zinderende hitte van de knetterende Ugandese zon. Het is momenteel ‘dry-season’ wat inhoudt dat er in Kampala al maanden geen regen is gevallen. De zon heeft voorlopig ook nog wel even vrij spel want het duurt nog zeker een maand voordat de hemel opengaat.

De auto’s laten een spoor van rood stof achter als ze elkaar en de vele mensen langs de kant van de weg passeren. Na tientallen seconden verdwijnt de rode wolk langzaam en is alles en iedereen een tintje donkerder geworden.